Wet inkomstenbelasting 2001 art. 3.66 ( tekst 2015)
3.66 Niet met het kalenderjaar samenvallend boekjaar
Gebroken boekjaar 1 Indien de aard van de onderneming dit rechtvaardigt, mag de winst worden bepaald over een niet met het kalenderjaar samenvallend boekjaar. In dat geval treedt het boekjaar in de plaats van het kalenderjaar. 2 De winst van een niet met het kalenderjaar samenvallend boekjaar wordt beschouwd als winst van het kalenderjaar waarin het boekjaar is geëindigd.
Splitsing boekjaar 3 Een boekjaar van meer dan twaalf maanden wordt gesplitst in twee gedeelten waarvan het eerste twaalf maanden omvat, mits bij deze splitsing de twee gedeelten in verschillende kalenderjaren eindigen. Beide gedeelten worden als een afzonderlijk boekjaar aangemerkt. De winst van het eerste gedeelte wordt door schatting bepaald; aan het tweede gedeelte wordt de rest van de winst van het boekjaar toegerekend.